maandag 26 februari 2007
Eliot (levend en wel) terug thuis
zaterdag 24 februari 2007
Mattheus-passie, optredens
Normaal worden de repetities geleid door Bart Naessens, die de artistieke leiding heeft over het koor, en beslist wat er gezongen wordt en hoe. Gisteren was er repetitie voor de Mattheus-passie olv Patrick Peire, de dirigent van het concert in Gent op 1 april. Niet van de minste die man, onlangs nog gelauwerd met een belangrijke cultuurprijs. Die begeestering, die erudutie, het is een eer om te mogen samenwerken met zo iemand.
Op 25 maart wordt de passie gezongen in Hulst, Zeeuws-Vlaanderen, in de Heilige Wilibrordusbasiliek, om 14 uur. Hier ga ik zeker bijzijn. Wat niet kan gezegd worden van het optreden in Gent, ik riskeer een huwelijkscrisis als ik daar wil aan meedoen om dat we op die datum al afspraken hadden waaraan ik me volgens mijn Huguette niet zomaar kan onttrekken.
De repetities zijn een belevenis op zich. Als je spreekt met koorleden die dit stuk al jaren zingen kunnen ze je vertellen dat het begrip en de liefde voor deze muziek er alleen maar dieper op worden, jaar na jaar. Als dat geen ware liefde is...
b.t.w. de foto van de zingende engelen is een stukje geknipt uit het Lam Gods.
dinsdag 20 februari 2007
Hanif op wereldreis
maandag 19 februari 2007
Memories, aflevering 5
vervolg memo.
Ondertussen gingen de dagelijkse bezigheden verder. Ik en broer Jef gaan nog naar de plaatselijke gemeenteschool en onze Paul naar Leuven naar de S.P.A.S. voor het beroep van paswerker-draaier aan te leren. De S.P.A.S, technische school, bestaat nog steeds en is
gelegen in de Dekenstraat te Leuven. Als familieleden niet nabij wonen en zeker in die tijd dan is ook niet zoveel kontakt tussen hen. Mijn grootvader was Fidelis-Amandus Ogiers.Geb te Burchtop 02-03-1862en overleden 20-11-1936. Hij was onderwijzer in Meerbeke. Ik ben van mening hem éénmaal gezien te hebben op de plechtigecommunie van onze Paul, en grootmoeder: Anna Cornelia Van Mol data van geb en overl. Onbekend. Heel vroeg gestorven, onze pa heeft geen enkele herinnering aan haar.
overl.1957. Gerard Ogiers.1910 en overl 1976. Maria 1912 en overl.1985en Agnes.
Nonkel René heb ik de eerste maal gezien toen ie ziek was, enkele tijd nadien stierf hij. Nonkel Léon kwam nogal eens naar St-Joris-Winge, meestal met fiets. Nonkel Thuur en nonkel Gérard(was een priester, onderpastoor in Appelterre, later secretaris-generaal in het Guislaingesticht in Gent) zijn daar ook op bezoek geweest. Ons moeder: Georgina DeBruyne was de dochter van Joseph De Bruyne Bompa De Bruyne was ebenist; Hij maakte heel mooie werken met zijn fijne beiteltjes. Ik herinner mij een artisanaal gebeeldhouwde bedsponde. Moeder had een broer: Cyriel. Hij was mijn Peter. Bompa DeBruyne kwam toch alle jaren ,zolang zijn gezondheid het toeliet op bezoek. Een lange magere man met bleke regenjas en paraplu in de hand, hoed op het hoofd, zo blijft hij in mijn geheugen geprent.
De laatste maal dat hij bij ons op bezoek geweest is, was op onze plechtige communie feestje op 30-mei 1943. In akkoord met de dorpspastoor deden ik en Jef onze plechtige communie samen. Jef moest wel twee jaar wachten op mij. Gezien zijn kleine gestalte was dit niet eens zichtbaar. (foto's van het gebedenboek) Bompa DeBruyne was Peter van Jef, vandaar zijn aanwezigheid. Even later werd hij heel erg ziek. Ma, Jozef en ik zijn hem nog gaan bezoeken op zijn ziekbed. Hij was heel erg vermagerd. Maagproblemen. Het zal wel kanker geweest zijn. Een van zijn laatste zinnen :”Ik zou nog eens wel willen hard horen bombarderen”. Zijn wens kwam uit. Op 07-09-1943 werd Brussel zwaar gebombardeerd door de geallieerden. 1200 gebouwen werden vernield of beschadigd (kroniek van Belgie). Even later stierf hij. Pa besloot, gezien de toestand, allen te gaan naar de begrafenis. Hij moest echter op zijn stappen terugkeren wegens nieuw luchtalarm. Mijn peter, (ik noemde hem nonkelpeter) zagen we toch ook af en toe. Soms ook heel onverwacht. In de veertigerjaren was hij namelijk chauffeur bij een Brusselse Vervoersmaatschappij. De uitbater zal wel van Italiaanse origine geweest zijn naam “Ferrari”wijst toch die richting uit. Wanneer hij met zijn
truck in de buurt was kwam hij wel even goeie dag zeggen. Op bezoek waren tant Josse en Raymond er bij Tante Josse was een heel nerveuse vrouw. Bij hen thuis was het de franse taal voertaal soms doorspekt met Brussels. Op een dag kwam er bij de besteldienst een pakket aan op ons adres. En zie: Een trottinet! (step) voor mij. Mijn geluk kon niet op. Het was weliswaar eentje waar Raymond, mijn kozijn,niet meer op reed, maar ik was er heel blij mee.
Het leven in ons dorp in de jaren ‘40.
Het was een rustig dorp. Af en toe toch wel opgeschrikt door toestanden van het verzet en de zwarten. Zo werd er eens een verdacht pak voor de deur van schoolmeester Glazemaekers geplaatst. De rijkswacht werd opgetrommeld. Het verdachte paket afgesloten met prikkeldraad(misschien ging de boel wel ontploffen!). Later bleek het om een grap te gaan. Maar de opschudding was groot geweest. De boeren werkten naarstig verder. Enkele koetjes, een stel varkentjes en wat land om te bewerken en zo kwamen ze wel rond. Wekelijks bakten ze het nodige brood in hen met hout gestookte ovens. Soms mochten we eens een brood mee insteken, en als dat dan niet genoeg opgekomen was, was dit natuurlijk heel erg. Uit de steden kwamen tal van mensen af en aan om zich te voorzien van wat boter en melk en meel.
(wordt vervolgd)
Pa.
Spijtig, spijtig...
zaterdag 17 februari 2007
Nog een hondje gekwetst
Pijn aan het pootje
Moet ook oppassen voor overbelasting van mijn linkerarm. Door alles wat zwaar is (the show must go on) te versleuren met mijn linkerarm, voel ik nu al iets van overbelasting aan de bovenkant van de elleboog, precies zoals bij een tenniselleboog.
Luka was gisteren aan het oefenen op de cello. Er waren twee stukjes die ze moest spelen, het ene in de maat van vier, het andere in de maat van drie. Ik was haar aan het aanleren hoe ze de maat moest slaan. Het driehoekje voor de maat van drie moest toch niet te lang duren, en dat is zo iets wat je niet met je linkerhand kan, sierlijk het driehoekje schrijven in de lucht.
donderdag 15 februari 2007
Torfs
Dat Rik Torfs geen ordinaire clown is, dat wisten we al. Wij vinden hem hier allemaal een sympatieke knul die het daarenboven nog eens helder kan verwoorden, al dan niet grappig bedoeld. Lees daarom tussen de soep en de patatten eens de lezing die de man onlangs hield. U vindt hem hier.
Zo kun je eens nadenken over de spanning tussen religie en individualisme. Of over het nut van het besef van de religeuze cultuur terwijl je toch atheïst bent (boeddhisme en ook Leo Apostel). Of over godsdienstoorlogen vroeger en nu.
Licht gegeneerd over onze eigen eruditie krabben wij vervolgens eens in ons kruis en gaan we weer over tot de orde van de dag.
woensdag 14 februari 2007
Valentijn
Groetjes van Bartje
Dag Marc,
Ik ben blij om van jou een e-mail te ontvangen. Hoe maken je ouders het? Doe hen zeker de groetjes. Ik ben hier zeer gelukkig in Dallas,Texas. Op ogenblik werk ik als H.R. manager voor een bedrijf in Plano. Lance Armstrong komt bij ons regelmatig over de vloer. Ik moet in vijf minuten vertrekken naar een vergadering, maar ik zal de volgende keer wat meer schrijven. Tevens wens ik je veel succes met je bedrijf.
Groetjes,
Bart
dinsdag 13 februari 2007
Caleidoscoop
maandag 12 februari 2007
woensdag 7 februari 2007
Memories, aflevering 4
Onderpastoor Festraets.
In die tijd was ik ook misdienaar in de plaatselijke parochiekerk. ‘sMorgens, de eerste mis, was het vroeg opstaan. Om 7 uur moest je er zijn. En in de winter beeld je maar eens in dat er in die tijd, en zeker niet in oorlogstijd, een straaltje licht te bespeuren was. Begin de jaren 40 waren er ook een paar erg koude winters. Wegen waren door verharde sneeuw weken bijna niet berijdbaar tot groot jolijt van de jeugd. Glijbanen werden aangelegd. Met houten klompen aan de voeten was het een koud kunstje om probleemloos te glijden. De klompen echter sleten hierdoor wel erg snel, en niet zelden kwamen we thuis met gebarsten houten schoeisels. Dat was natuurlijk niet naar de zin van onze pa, die er dan maar voorlopig een ijzerdraad omwond. Toen begrepen we nog niet dat het een harde tijd was voor onze ouders om “rond” te komen
en dat het oorlog was. Ook het eten werd gerantsoeneerd. Ieder gezin kreeg een aantal
rantsoenzegels toebedeeld. Er werden woekerprijzen gevraagd voor wat spek en boter. En met drie opgroeiende kinderen thuis, weet ik pertinent goed dat onze ouders eten uit hun mond spaarden om ons toch voldoende te kunnen verschaffen. (later ben ik dat maar gaan beseffen hoor). Soms bleven we ook in een boerderij, waar we jeugdvrienden hadden en waar we meegingen aardappelen rapen of in de oogst helpen, eten. Lekker wit brood en echte boter.!!!
Het moment dat ik dit schreef is het 18 juli 2006. Het is buiten verzengend heet. 34 ° C. Deze zomer doet me denken aan een van de zomers begin de jaren veertig. De oogst duurde toendertijd veel langer. Totale handenarbeid. Er werd met de zeis gemaaid. Het graan werd in mandels te drogen gezet. In die tijd van crisis en de schaarste van voedingswaren was het gebruikelijk dat de geschoren graanvelden nog eens afgezocht werden om de achtergebleven
graanaren op te rapen. Wij gingen er ook op af. In de tropische temperaturen was dit alles behalve. Het bracht soms nogal wat graan op. De overrijpe graankorrels werden gemalen in een koffiemolen. Dit leverde geen fijn meel dus, maar toch werd dit gebruikt in melkpap. Ooit al gehoord van “fluitjesmelk?”d.i.afgeroomde melk. In de oorlogsjaren gebruikt om pap van te maken.Van zodra de melk aan de kook ging moest je er constant in roeren zoniet verbrandde het hele goedje en brandde aan de bodem aan. En met een vreselijk slechte smaak als gevolg.
Ondertussen groeide het V.N.V... Ook de weerstand. De “witten” trokken er op uit en overvielen de kantoren waar de rantsoeneringszegels opgeborgen waren. Ook koolzaadvelden werden afgemaaid. Koolzaad werd aan de bezetter geleverd om olie te vervaardigen. Kortom al waarmee men “de Duits” kon boycotten. Ondertussen was onze pa ook niet stil blijven zitten om toch wat vlees bij te kweken. Konijnen was de oplossing. Konijneneten was er genoeg. Wij moesten bijna dagelijks langs veldwegels suikerijplanten (paardenbloem) gaan steken. Daar waren ze gek op. Soms kregen we van een boer toch een mand vol klaver. We waren niet wat blij dat we er sneller van afwaren. Op een nacht echter hoorden we aan de konijnenhokken een verdacht geluid. Een grote hond ging er van door met een mooi vet en gezond konijn. Hij ging eerstdaags geslacht worden!!! Maanden van verzorging gingen zo teloor. Weg lekkere maaltijd met konijn!!
Niet allen konijnenvoeder moesten we gaan bijhalen. Om onze tuin te voorzien van de nodige bemesting had onze pa er niet beter op gevonden om ook langs de boerenwegen de achtergebleven paardendrollen te verzamelen. Met een fruitkrat op wieltjes gemonteerd trokken we er op uit. Soms viel dat wel mee en waren we op korte termijn terug thuis met onze wagen vol paardenkakka, maar altijd vonden we er geen. Dat was natuurlijk niet niet naar de zin van pa.
zondag 4 februari 2007
Tekentalent
zaterdag 3 februari 2007
Lekker schelden
wiens puistige gelaat een nauwelijks te boven gekomen puberteit verraadt.
Ik lees nauwelijks iets van hem, dus vraag ik me soms af of mijn gevoelens wel objectief zijn, aangezien ze op willekeurige en louter uiterlijke aspecten van zijn persoon gebaseerd zijn. Ik heb dus behoefte aan een kompas, een klare en distincte norm die mij doet inzien dat ik zonder gewetenswroeging deze onman, deze schandvlek op de Belgische litteratuur, de veel te grote pissebed, deze kakkerlak, verder kan misprijzen, voort kan beschimpen, mij zalig zeker wanend in mijn gelijk. Ik zou een paar boeken van hem kunnen lezen, neeneenee...uitgesloten. Ik zou het niet voort durven vertellen.
Een tijdje geleden werd mij toch zo een kompas op een dienblaadje aangereikt. In het tv-programma “Alles uit de kast” was hij namelijk te gast. Hij mocht daar net zoals iedereen zijn favoriete boeken tonen en nam de gelegenheid te baat om het boek “De engelenmaker” van Stefan Brijs te kraken. “Vervelend en humorloos” noemde hij dit boek. Ik had het boek toen pas gelezen en vond het samen met vele anderen een van de beste boeken van het jaar, een boek dat je in de ban houdt en je optilt, en echte pageturner. Dat er dan iemand bestaat die zo een boek dan - puur uit mercantiel eigenbelang overigens - afkraakt en kleineert, dat is genoeg om zo een persoon toch te sorteren bij het groot huisvuil of niet?
In de Humo deze week stond er een interview met Brusselmans. Ik las natuurlijk alleen de koppen, die lees je zo snel je een bladzijde kan omdraaien. Hij zegt daarin dat de enige reden dat hij het niet over de kleine borstjes van Jusine Henin heeft gehad is dat hij niet wil betalen als hij hierdoor door haar zou gedagvaard worden. Zijn centjes... Hoe klein. Dit is geen schrijver maar een middenstander die zijn laag gescheld als litteratuur probeert te slijten hierin enkel begrensd door wat hem geld kan kosten.