Er kwam weer een poesje aanwaaien bij ons. Het liep al een paar dagen te miewen tussen de auto's voor de deur. En het is een mooi poesje. Zo oneerlijk zit de wereld dus in mekaar. Als je mooi bent is het geluk eerder geneigd zich in je buurt op de houden. Ik vraag me af wat het zou geweest zijn als het een oude kat was, uitgemergeld en met kale plekken. Dan zouden de kinderen en Huguette niet zo snel verkocht geweest zijn. Er werd wel een briefje aan de vensterruit geplakt maar dat heeft er nauwelijks een dag gehangen. Asiel met voorbedachten rade.
De jonge kater kon ons niet vertellen hoe hij heette in zijn vorige thuis dus doopten we hem Sus.
Suske is een kater van de meegaande soort. Je neemt hem op en je voelt een zachte lichtheid in zijn lichaam. Zeg maar ja tegen het leven en tegen de schoot. Dit in tegenstelling met de bezitterige één op één relatie die Jos met Huguette heeft en de "ik en ik alleen bepaal hier wanneer er geknuffeld wordt" attitude van Wis.
Het sociale evenwicht van de poezen in huis wordt door de komst van de kleine kater natuurlijk grondig door mekaar geschud. De puber die Sus is heeft namelijk helemaal geen respect voor de strepen van Wis en het gewicht van Jos. Zijn speelse pogingen tot het leggen van contact worden steevast verkeerd geïnterpreteerd. Nonkel Jos neemt het gewoon niet dat er zo een spring in't veld hem besluipt of zelfs maar recht in de ogen kijkt. Het aloude klappeke-doen doet het hier niet. Dat Wis lange tenen heeft wisten we al en ook voor Sus geldt het zero-tolerance beleid. Er is een onzichtbare NO-GO zone rond Wis van één à twee meter. Bij overtreding gaat er een onheilspellende sirene af. Suske bedoelt het nochtans niet slecht. Hij wil alleen maar spelen.
Ik blijf me ondertussen verwonderen over de relatie kat-mens. Waarom schenkt een kat kopjes, likjes, een ganse vrijscène aan een mens terwijl ze haar soortgenoten liefst zo ver mogelijk van zich afhoudt? Ik kan het alleen maar hoofdschuddend aankijken.
De jonge kater kon ons niet vertellen hoe hij heette in zijn vorige thuis dus doopten we hem Sus.
Suske is een kater van de meegaande soort. Je neemt hem op en je voelt een zachte lichtheid in zijn lichaam. Zeg maar ja tegen het leven en tegen de schoot. Dit in tegenstelling met de bezitterige één op één relatie die Jos met Huguette heeft en de "ik en ik alleen bepaal hier wanneer er geknuffeld wordt" attitude van Wis.
Het sociale evenwicht van de poezen in huis wordt door de komst van de kleine kater natuurlijk grondig door mekaar geschud. De puber die Sus is heeft namelijk helemaal geen respect voor de strepen van Wis en het gewicht van Jos. Zijn speelse pogingen tot het leggen van contact worden steevast verkeerd geïnterpreteerd. Nonkel Jos neemt het gewoon niet dat er zo een spring in't veld hem besluipt of zelfs maar recht in de ogen kijkt. Het aloude klappeke-doen doet het hier niet. Dat Wis lange tenen heeft wisten we al en ook voor Sus geldt het zero-tolerance beleid. Er is een onzichtbare NO-GO zone rond Wis van één à twee meter. Bij overtreding gaat er een onheilspellende sirene af. Suske bedoelt het nochtans niet slecht. Hij wil alleen maar spelen.
Ik blijf me ondertussen verwonderen over de relatie kat-mens. Waarom schenkt een kat kopjes, likjes, een ganse vrijscène aan een mens terwijl ze haar soortgenoten liefst zo ver mogelijk van zich afhoudt? Ik kan het alleen maar hoofdschuddend aankijken.
2 opmerkingen:
Een ode aan jullie en het kattenhuishouden.
The Aristocat-song!
http://nl.youtube.com/watch?v=GSZ9eYkoWSI
Carine
Met Louis Neefs als de kater O'Malley, mooi he?
Een reactie posten