woensdag 13 februari 2008

Alice Walker

Huguette heeft een stukje geschreven voor haar vak "Toneelrepertorium". Lees mee...

Biografie


Alice Walker werd geboren op 9 februari 1944, als achtste en laatste kind in een familie van pachters (‘sharecroppers’).
Haar familie was een mengeling van Afro-Amerikanen, Ieren, Schotten en Cherokee-Indianen.
Haar jeugd werd getekend door een ongeval waarbij ze op achtjarige leeftijd blind werd aan één oog. Ze werd hierdoor in zichzelf gekeerd en onzeker over haar uiterlijk. In haar puberjaren werd de schade aan haar oog wel hersteld maar ze hield er een levenslange schuchterheid aan over.
Dankzij een beurs kon ze studeren aan de zwarte universteiten van Atlanta en New York en studeerde af in 1965.
Zij raakte betrokken bij de Amerikaanse Burgerrechten Beweging en zette zich in voor campagnes voor sociale rechten in het Zuiden.
In 1965 trouwde ze met de Joodse Mel Leventhal, een advocaat die ook zeer actief was in de Amerikaanse Burgerrechten Beweging. Zij werden het eerste inter-raciale paar in Mississippi. Zij kregen hiervoor heel wat tegenstanders en zelfs doodsbedreigingen van de Ku-Klux-klan.
Ze kregen samen één dochter, Rebecca. Het paar scheidde acht jaar later.
In 2006 kwam ze nog eens in het nieuws door haar relatie met de singer-songwriter Tracy Chapman.
Haar eerste roman ‘Het derde leven van Grange Copeland’ verscheen in 1970. Net zoals ‘Meridian’ (1973) en ‘De kleur paars’ (1982) gaan de boeken over de strijd van gelijke rechten, zwarte armoede en vrouwenonderdrukking.
Voor dit laatste boek ontving zij als eerste Afro-Amerikaanse schrijfster de Pullitzer Prijs voor fictie. Later kreeg ze ook nog de National Book Award.
Het boek werd een bestseller en betekende haar grote doorbraak. Ook de film van Steven spielbergh (met rollen van Whoopi Goldbergh en Danny Glover) werd een groot succes. In 2005 ging op Broadway de musical in première.
‘De kleur paars’ was de aanzet van een reeks boeken waarin ‘Miss Celie’ de rode draad vormt. Dit kleurrijke personage evolueerde van een arme, onderdrukte, zwarte vrouw naar een onafhankelijke en sterke zakenvrouw die samenwoont met ‘Shug’, haar levensgezellin.
In ‘Het Geheim van de Vreugde’(1992), een roman die over vrouwenbesnijdenis gaat, spelen haar kinderen Olivia, Adam en schoondochter Tashi een rol.
‘De Tempel van mijn Gezel(1989)’ vertelt over Fanny, haar kleindochter, en haar zoektocht naar vrijheid en zelfexpressie.
Ze publiceerde ook heel wat poëziebundels en haar ontelbare lezingen zijn terug te vinden in werken zoals ‘De Tuinen van onze Moeders, een Zoektocht’ (1983).
Zij is nog steeds actief als schrijfster, houdt lezingen en zet haar strijd tegen elke vorm van onderdrukking verder. De afgelopen jaren sprak ze zich regelmatig uit tegen de oorlog in Irak en nu heeft ze – weinig verwonderlijk - haar steun voor Barak Obama betuigd.


Alice W. en Zora Neale Hurston (°1891- *1960)


Zora H. was een feministe (zonder het zelf te beseffen), schreef een aantal antropologische werken, romans en een semi-biografie. Ze publiceerde eigenzinnige en controversiële essays. Zo waarschuwde ze bvb. in 1941 voor het aanmatigende Westerse imperialisme t.a.v. Azië. Een stelling die ze niet meer openbaar kon maken na de inval van Pearl Harbor in 1942.
Opmerkelijk was ook dat zij zich als zwarte uitsprak voor rassensegregatie.
Zij vond dat een volledig zwarte gemeenschap evenwaardig maar apart naast een blanke kon bestaan. En dat zwarten even weinig behoefte hadden om in blanke kringen te verkeren als andersom het geval was.
Dit alles had te maken met haar jeugd in Eatonville. Dit welvarende stadje was volledig zwart, op zichzelf staand met een zwarte burgemeester en bestuur. Zo kon ze opgroeien in een racisme-vrije omgeving
Later verzamelde ze folklore binnen zwarte gemeenschappen, schreef voor een zwarte krant en gaf les op een gesegregeerde school.
Maar tegelijkertijd bewoog ze zich vrij in een blanke wereld, waarvan ze gebruik maakte voor haar ontplooiing en waarin ze wonderwel weinig tegenstand ondervond.
Ze schreef maar een paar romans waaronder ‘Their eyes were watching God’, ‘Mules and Men’ en haar semi-biografie ‘Dust Tracks on a Road’, vertaald als ‘Sporen op een Pad’.
Toen ik ‘Sporen op een Pad’ las, was ik een twintiger en dat boek was een openbaring. Haar beschrijving van Eatonville in de jaren twintig was een wereld waar ik geen weet van had.
De verhalen van rassendiscriminatie met zijn gruwelijke uitwassen in het Zuiden van de V.S., de armoede en knechting van de zwarten zijn al ontelbare keren verteld en verfilmd en is bij iedereen bekend.
Maar het feit dat er begin deze eeuw compleet zwarte gemeenschappen, steden bestonden waar géén honger was, zwarten mensen huizen bezaten, in harmonie leefden en werkten, dat was nieuw voor mij. En dit is ook één van haar grote klachten tegen het blanke establishment : nooit werd er gesproken over die grote groep zwarten die bemiddeld en goed opgeleid waren.

Zora H. was vooral een sterke vrouw die de zwarte identiteit met waardigheid uitdroeg.
Ze liet zich niet vastpinnen in relaties en er circuleerden geruchten dat ze biseksueel was – speculaties die ze nooit tegensprak.
Het stelde haar in staat om de wereld rond te reizen (dankzij beurzen van blanke mecenassen) en haar eigen grillige pad te volgen.
Door een reeks tegenslagen belandde ze ziek en zonder één cent in het armenhuis en werd begraven in een naamloos graf op een gesegregeerd kerkhof.
De invloed van Zora H. op Alice W. is enorm. Ze gebruikt de antropologische werken van Zora bvb. als achtergrond in ‘De Tempel van mijn Gezel’. Voodoopraktijken, het geloof in de ‘oude wereld’, oude stammengebruiken uit Afrika en Midden-Amerika (waar Zora H. veel veldwerk heeft verricht).
Alice W. viste deze vergeten en veelal ongelezen zwarte schrijfster op en herstelde haar in ere.
Ze zorgde zelfs voor een grafschrift in Zora’s geboortedorp Eatonville. In 1960 is Zora H. – als bewoonster van een armenhuis - in een naamloos graf begraven. Alice W. gaf haar haar naam terug en zorgde ervoor dat deze schrijfster terug onder de aandacht van het lezende publiek kwam. En toen ze aan de universiteit doceerde, zette ze Zora H. terug op de verplichte literatuurlijst.
De fierheid van het zwarte volk staat centraal in al hun boeken. Soms zelfs met een tikkeltje overdrijving. Zora H. kijkt zelfs soms neer op het blanke ras.
Zij zijn beiden ook uitgesproken feministe. Hun personages slagen er stuk voor stuk in om onder het juk van de mannelijke onderdrukking te komen. Ook in hun privé-leven gaan zij als onafhankelijke vrouwen door het leven, van beiden wordt gezegd dat ze biseksueel zijn.


Bespreking ‘de tempel van mijn gezel’


Inhoud :
Het boek vertelt drie verhalen, die met elkaar verweven zijn.
Hal en Lissie, een oud koppel zijn door hun verleden met elkaar verbonden. Lissie ‘herinnert’ zich namelijk dromen, dit zijn haar incarnaties die terug gaan tot in ‘ de oude wereld’ waarin mensen, ‘verwanten’ en dieren in harmonie naast elkaar leven. Ze is afwisselend vrouw, man, zwart, blank, zelfs een leeuw. Hal is haar trouwe metgezel die haar in al haar gedaanten respecteert.
Ze ontmoeten Suwelo, een academicus die in een ingewikkeld huwelijk met Fanny vastzit. Fanny en Suwelo stellen zichzelf in vraag maar elk op hun eigen manier. Zij wil scheiden om in alle vrijheid voor Suwelo te kiezen en maakt een spirituele zoektocht door waar haar man niets van snapt. Door de verhalen van Hal en Lissie kan Suwelo meer begrip voor Fanny opbrengen. Lissie is de tolk van de gevoelens en onzekerheden van Fanny. Net zoals Lissie, is Fanny zich bewust van haar vroegere levens.
Suwelo reageert door een minnares te nemen, Carlotta. Zij is oorspronkelijk op en top vrouw, in staat om Suwelo ‘te behagen’.
Carlotta is dan weer getrouwd met Arveyda, een bekend en gerespecteerd muzikant. Ook zij worstelen met een identiteitscrisis. Hun zoektocht leidt naar Midden – en Zuid – Amerika.Na vele omzwermingen en nadat Carlotta zich geestelijk heeft losgemaakt kan ze weer een leven met Arveyda opbouwen.
Zijdelings kunnen we het verdere verloop van Celie en Shug volgen. Fanny is Celies kleindochter en werd liefhebbend door de twee vrouwen grootgebracht. Dit verklaart meteen haar kritische en onafhankelijke geest.
De ‘tempel van mijn gezel’ is een roman over alle mogelijke vormen van verdrukking op vlak van politiek, rassen, vrouwen, godsdienst, dieren (Alice W. is een overtuigd veganiste) en sexualiteitsbeleving.
De meest gehoorde kritiek was dat Alice W. zich vergaloppeerde om zoveel thema’s en taboes in één roman aan te halen. En daardoor zou het boek oppervlakkig en wazig worden.
Ik werd indertijd helemaal meegesleept in het boek en vond de incarnaties en de beschrijving van ‘de oude wereld’ waarin mens en dier samenleefden, zeer mooi en warm beschreven.
Nu ik het teruggelezen heb, begrijp ik de kritieken wel beter en kan ik me ook minder terugvinden in de extreme ontvoogdingsdrang van Fanny en Carlotta. We moeten het boek dan ook in een bepaalde tijdsgeest kaderen.
Niettemin, Zora H liet ons (blanken) meekijken in een compleet zwarte gemeenschap in de jaren 20 en Alice W. doet anno jaren ’70 – ’80 hetzelfde.


Vrouwenontvoogding


In heel het oeuvre van Alice W. staat de onderdrukking van de zwarte vrouw centraal.
In ‘het geheim van de vreugde’ beschrijft ze de ultieme oppressie van de vrouw, nl genitale verminking.
In dit boek volgen we Tashi, een Afrikaanse vrouw die in Amerika woont en terug naar haar geboorteland gaat om te ontdekken aan welke stamrituelen ze als kind is onderworpen. Ze ontdekt er ook dat haar zusje Dura aan de gevolgen van vrouwenbesnijdenis is gestorven. Tashi wordt langzaam tot waanzin gedreven en neemt wraak op de ‘tsunga’ die de besnijdenis heeft uitgevoerd. Ze wordt veroordeeld tot de doodstraf maar ondergaat die ogenschijnlijk gelaten. Haar verzet tegen haar onderdrukking is gebeurd. En zo is ook de titel van het boek te verklaren : verzet is het geheim van de vreugde.
Er wordt Alice W. vaak verweten dat haar boeken bevolkt zijn door één lange reeks zwarte mannen die hun vrouwen mishandelen. Nochtans stelt zij altijd de frustratie van deze mannen op de voorgrond. Zij zijn ook het product van een onderdrukkende (lees blanke) samenleving.
En dikwijls komen zij tot inkeer, denk aan ‘Grange Copeland’, en ‘Albert’ uit ‘de kleur paars’ en vinden zij hun plaats naast hun vrouw.


Poëzie


Moeders
Zij waren toen vrouwen
Mijn mama’s generatie
Hees van stem – stevig van
Stap
Met evengoed vuisten als
Handen
Hoe ramden ze
Deuren in
Streken en
Steven witte
Overhemden
Hoe leidden ze
Legers
Behoofddoekte generaals
Door velden
Vol mijnen
Keukens
Met booby-traps
Om boeken te ontdekken
Schrijftafels
Een plaats voor ons
Hoe hebben ze geweten wat wij
Moesten weten
Zonder dat ze er
Zelf
Een bladzij van hadden gezien.
Haar gedichten zijn dikwijls in haiku-vorm. Kort, krachtig en duidelijk, met weinig gezwollen taalgebruik.
We vinden weer alle onderwerpen terug die in haar boeken terug komen. Ze heeft ook een hele serie gedichten geschreven waarin haar liefde voor het Zuiden van Amerika duidelijk uit blijkt.

Waarom ik Alice W koos.


Ik heb een 20 jaar geleden Alice W. leren kennen. Ik heb meteen al haar boeken op een rij gelezen en ben dus een tijdje ondergedompeld geweest.
‘De Kleur Paars’ is één van de boeken waarvan ik nog steeds tot tranen geroerd wordt, hoewel ik het verhaal zowat uit het hoofd ken. ‘De Tempel van mijn Gezel’ vind ik moedig geschreven : zoveel verhaallijnen binnen een tijdskader die duizenden jaren overspant. Ik heb het boek verschillende keren met plezier herlezen.
Haar schrijverschap is tegelijk ook haar hele leven. Ze is wie ze schrijft en dat bewonder is zeer in haar.
Haar inzet, haar lezingen over de heel wereld brengen heel wat taboe-onderwerpen onder de aandacht. Vooral ‘Het Geheim van de Vreugde’ heeft heel wat stof doen opwaaien lang voor de media er een paar jaren geleden bovenop sprong.
In haar laatste boeken treft me vooral de kwetsbaarheid en de manier waarop ze haar privé-leven blootgeeft. Haar eerdere werk is eerder de belichaming van de ideeën en principes waar ze voor vocht.
Zo publiceert ze in 1996 ‘ The same River twice : honoring the Difficult’ waarin ze vertelt over het verlies van haar moeder, het pijnlijk einde van haar 13-durende relatie met Robert Allen, haar gevecht met de ziekte van Lyme en het ontdekken van haar biseksualiteit.
Ik volg haar niet meer op de voet, zoals ik vroeger deed, maar draag haar wel in mijn hart. Ik heb het gevoel dat ik haar zeer goed ken, zoals een oude jeugdvriendin waar ik graag herinneringen mee ophaal. Minder strijdbaar dan vroeger maar altijd warm en hartelijk.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Huguette, is een rasechte woordenkunstenares.;
Graag meer van dit soort werk.
Proficiat Huguette,

Oma en Opa,

Marie zei

Amai, ging zo ongeveer hetzelfde zeggen...

Anoniem zei

wat een mooi leesstuk, gefeliciteerd. enne u kent alice persoonlijk? kunt u haar a.u.b. bedanken met "de kleur paars"? het is een geweldig stuk..

VMP uit Suriname