Alweer tijd voor een memorietje. Herlees ondertussen hier eens alle afleveringen.
"Inmiddels was onze Jef gestopt in de technische school. Hij kreeg werk bij een bakker. Hij maakte lange werkdagen. ‘s Morgens vroeg in de bakkerij helpen, en ‘s namiddags brood bestellen bij de klanten. Dit gebeurde nog met een hondenkar. Later schafte de patron zich een driewieler aan. Gezien Jef zijn kleine gestalte kwam ie amper boven de triporteurskar uit. Dat ding in beweging krijgen was arbeid en vergde spierkracht. Met de bak volgeladen met brood was dit geen sinecure; en bijzonder in de steile gedeelten, was het pompen geblazen. Na enige tijd en een kalme werkperiode bij BuvĂ© kwamen wij via een goede kennis van pa in de Grand Pond (de suikerraffinaderij in Hoegaarden) te weten dat Robert Mannaerts, een schilder te Hoegaarden, een plaats vacant had. Ik zou er in het voorjaar mogen starten
In afwachting en tijdens de bietencampagne kwam ik in deRaffinaderij terecht. Ik werkte in het labo en moest elk uur bepaalde meterstanden noteren. Een misstap op een trapje, met als gevolg een gebroken voet zorgden ervoor dat ik in herstelverlof belandde, daarmede was de bietencampagne verleden tijd. In de vroege lente begon ik dan bij Robert Mannaerts. Robert Mannaerts was een klasbak in zijn stiel ik leerde er heel veel. Hij kon zowel hout en marmer als decoratieve onderwerpen aan. Na korte tijd mocht ik bij klanten al alleen gaan werken.
In afwachting en tijdens de bietencampagne kwam ik in deRaffinaderij terecht. Ik werkte in het labo en moest elk uur bepaalde meterstanden noteren. Een misstap op een trapje, met als gevolg een gebroken voet zorgden ervoor dat ik in herstelverlof belandde, daarmede was de bietencampagne verleden tijd. In de vroege lente begon ik dan bij Robert Mannaerts. Robert Mannaerts was een klasbak in zijn stiel ik leerde er heel veel. Hij kon zowel hout en marmer als decoratieve onderwerpen aan. Na korte tijd mocht ik bij klanten al alleen gaan werken.
In 1951 werd ik opgeroepen ter keuring voor de militieplicht. Deze voorlopige keuring gebeurde in Tienen, waarna er dan de drie dagen in “het klein kasteeltje”kwamen. Enkele maanden later was het zover. Ik moest onder de wapens... In 1952 op 1 april moest ik het 43e Artilleriebataljon vervoegen gelegerd in Longerich bij Keulen. We kregen onze uitrusting in Verviers. Middernacht in de pikkedonker kwamen we aan in ons kamp. Ieder kreeg een bed toegewezen. Ik kwam terecht in de B.Battery. We verbleven in houten barakken , maar heel verzorgd en goed georganiseerd. Er was een prima isolatie van zowel zoldering als muren en de verwarming bestond uit 2 grote kachels. Iedere kamer van zo een 9m op 15 Iedere kamer telde +-18 dubbele bedden. In het midden van twee kamers was een gezamenlijke wasplaats met kraantjeswater. Evenwel koud water. Het 43e art.Bon. bestond uit 5 batterijen Luchtafweer. Kanonnen 90 mm. Na zes weken infanterieopleiding kwam het echte werk."
Pa
Geen opmerkingen:
Een reactie posten